VAN COVERBAND NAAR TRIBUTE SENSATIE: RIAS VAN STARMAN
Rias Baarda en zijn band Starman zijn één van de meest spraakmakende bands die aan SBS6 programma The Tribute, Battle of the Bands hebben meegedaan. Hij veroverde de kijkers met zijn David Bowie tribute en zijn stem vol gelijkenissen. Nu toert hij door Nederland om de liefde voor Bowie overal opnieuw aan te wakkeren. Wij zochten hem op in Renesse en vroegen hem naar Bowie, zijn ambities en zijn eventuele eigen muziek.
Dit interview liever kijken of luisteren? Klik dan op de podcast onder aan deze pagina!
Je bent bekend geworden door het programma the Battle of the Bands met de David Bowie Tribute. Waar komt je liefde voor David Bowie vandaan?
Rias: “Dat begon eigenlijk al heel vroeg. Mijn moeder vertelde me dat toen ik een jaar of vijf was op de bank achter in de auto zat op weg naar een zonnige vakantiebestemming. En elke keer als Space Oddity voorbijkwam op één van de compilatie cassettebandjes, moest iedereen zijn bek houden, want anders ging ik gillen. Dat was mijn lievelingsliedje en dat is het nu nog steeds.”
Wanneer merkte je dat de deelname aan het programma het omslagpunt in je carrière was?
“Op het moment dat ik herkend begon te worden op straat. Dus dat mensen zeiden: ‘Hé, David Bowie van TV, mag ik even op de foto?’ Dan is het ineens real life.
De tribute scene speelde zich eerst voornamelijk underground af en is door dat programma in één keer de mainstream ingeklapt en volgens mij had niemand enig idee hoe groot dit zou uitpakken. Dus met seizoen één hadden we wel een soort voorproefje gehad, maar toen tijdens het tweede seizoen drie avonden Ziggo Dome uitverkochten binnen een mum van tijd… Ja, dan kun je toch wel spreken van een grote beweging. Ik heb wel meer in bandjes gespeeld en gezongen, maar dit is eigenlijk het eerste bandje wat ik op eigen kracht heb samengesteld en opgericht en als dat dan zo’n vlucht neemt… Daar ben ik nog steeds oneindig trots op, dat is een onbeschrijflijk gevoel.”
"Ik dacht altijd: Bowie is heilig,
daar ga ik mijn vingers niet aan branden
I’m not worthy."
Je zegt het al, je hebt in meerdere bandjes gespeeld, waaronder coverband The Originals. Wat is voor jou de aantrekkingskracht van cover- of tributemuziek?
“Het zijn wel twee compleet verschillende dingen hoor. Ik heb veertien jaar in coverbandjes gezeten als elektrisch gitarist en dan zong ik ook backingvocals, maar dan sta je bijna elke avond niet per sé je meest favoriete muziek te spelen voor mensen voor wie dat gewoon achtergrondmuziek is op een bedrijfsfeest. Ik heb ook wel hele leuke momenten gehad, ik heb een aantal coverbandjes gehad en ook wel echt grote dingen gedaan, maar dat is niks vergeleken met als je eigen bandje zo’n vlucht neemt en explodeert. Dat is echt fantastisch.”
Wilde je dit altijd al doen?
“Mensen hebben wel altijd tegen me gezegd: ‘Je stem lijkt op Bowie! Daar moet je iets mee gaan doen.’ Maar ik heb altijd zoiets gehad van nee, Bowie is heilig, daar ga ik mijn vingers niet aan branden I’m not worthy. In 2017 heb ik min of meer onder sociale druk een gelegenheidsbandje geformeerd en in een stamkroeg in Tilburg een optreden gedaan, maar toen had ik het een aantal toonsoorten te hoog ingeschat en mezelf compleet overzongen. Anderhalve maand mocht ik toen eigenlijk niet praten omdat ik mijn stem echt zwaar overbelast had. Twee jaar later zong mijn toenmalige huisgenoot in een George Michael tributeband en datzelfde bandje had ook een Bowie tribute in een wat kleinere samenstelling en de zanger stopte daarmee. Toen ik daar lucht van kreeg, ben ik gaan bellen en toen is Starman geboren. Na een maand stonden we in de oefenruimte, er was meteen een klik en het ging fantastisch.”
7 november staan jullie met een heel bijzonder optreden in AFAS. Daar spelen ook enkele originele Bowie bandleden bij mee. Wat gebeurde er met je toen je dat voor het eerst hoorde?
“Het begon eigenlijk met een vriend van mij Arjan van Gent, hij is portretschilder en heeft de afgelopen jaren portretten gemaakt van David Bowie en zijn muzikanten. Die heeft hij opgestuurd naar de muzikanten en zij vonden de portretten zo mooi dat die uiteindelijk in hun studio’s kwamen hangen. Toen wij eenmaal de beelden van de Ziggo Dome kregen, heeft Arjan die naar de muzikanten gestuurd. Toen kreeg ik ineens allemaal complimenten terug. Ava Cherry, Carmine Rojas, Mike Garsen, noem maar op. Als je dat voor de eerste keer binnenkrijgt, is dat gewoon unreal. Dat zijn mensen die je zo hoog op een voetstuk hebt staan en die dan ineens heel benaderbaar zijn. Zo is het contact eigenlijk ook tot stand gekomen met onder anderen Ava Cherry, Carmine Rojas de bassist en gitarist Kevin Armstrong zijn er 7 november bij. Daar gaan we een heel mooi feest van maken.”
"Ik ben leeuw van sterrenbeeld
en leeuwen schijnen van aandacht te houden.
Uiteindelijk ben ik in het dagelijks leven
redelijk introvert."
Wat is tot nu toe het gekste wat je on stage hebt meegemaakt?
“Ik zat in een coverband waar ik ook een theatershow mee deed en toen speelden we Baker Street van Gerry Rafferty. Dan begon het couplet heel klein op elektrische gitaar en zang en dan zou de saxofonist dan het thema inzetten, staande op de pianovleugel. Dus wij speelden dat couplet en we wachtten op de inzet en keken naar de saxofonist, die was een beetje overwerkt geloof ik… hij stond op de vleugel – I kid you not – hij stond gewoon letterlijk te slapen. Dus wij fluisteren zo van kom op, spelen! Hij schrok wakker en begon te spelen. Dat was één van de grappigste dingen die ik ooit heb meegemaakt.”
Veel mensen zeggen dat je een beetje dezelfde stage presence hebt als David Bowie. Hoe zorg je ervoor dat je toch jezelf blijft?
“Qua zang dik ik het wel een beetje aan natuurlijk, vooral het Britse accent. Maar voor mijn stem ligt het wel heel erg lekker. Vroeger in bandjes waar ik in zong, was ik vaak na een kwartier al aan het knijpen in het hoog en moest ik echt oppassen voor stemoverbelasting. Maar op de één of andere manier zit Bowie zo lekker, hij zong zo efficiënt. En qua stage presence, als je dat dansje bedoelt, dat heb ik eigenlijk altijd al zo gedaan. Ik heb altijd van mezelf gevonden dat ik echt voor geen meter kan dansen, een beetje slungelig. Maar dat heb ik dan meegenomen en ik denk dat het zo moest wezen. Blijkbaar klopt het voor heel veel mensen.”
Wat vind je zo waardevol aan op het toneel staan?
“Ik weet niet wat dat is... Een factor die misschien meespeelt, is dat ik leeuw ben van sterrenbeeld en leeuwen schijnen van aandacht te houden. Uiteindelijk ben ik in het dagelijks leven redelijk introvert, maar op zo’n podium… ik heb ook nul zenuwen als ik het podium op moet. Ik ben als een vis in het water. Afgelopen weekend mocht ik een liedje meezingen met BLØF op Concert at Sea en dan staan er 30.000 man voor je neus. Dat is genieten, dat is heerlijk.”
Hoe is de sfeer meestal bij je voorstellingen?
“Doorgaans hartstikke leuk. Mensen komen echt voor hun favoriete muziek en ik denk dat wij die heel goed leveren. Die sfeer is altijd fantastisch, ook in de foyer na afloop en met de band onderling. Het is gewoon elke keer weer genieten want we gaan er gewoon volle bak voor. Het publiek is altijd heel dankbaar, dat is supermooi. Het is prachtig om te doen.”
"Elk type venue heeft zo
zijn eigen kwaliteit
en die afwisseling is heel erg leuk."
Vorig jaar nam je in een klein kerkje in Normandië een reeks Bowie songs op onder de naam CHURCH OF BOWIE. Hoe kwam je op het idee om je terug te trekken op die plek om daar nummers op te nemen?
“Ik kom daar al sinds mijn elfde. Dat is een camping in Normandië tegenover de Britse eilanden. Mijn ouders hebben mij en mijn twee zusjes altijd daar mee naartoe genomen. Naast die camping ligt een dorpje met een weggetje, een paar huisjes én een klein vervallen kerkje uit de 17e eeuw. Daar kwam ik dus al vanaf het moment dat ik gitaar begon te spelen op mijn zeventiende. Vanaf toen ging ik in dat kerkje zitten en een beetje frutselen met een opnamedingetje en eigen geschreven liedjes – waar ik uiteindelijk nooit wat mee heb gedaan, maar wat niet is kan nog komen. Afgelopen zomer ging ik daarheen en ik heb er twee weken in de miezer gezeten. Dus ik ging gewoon lekker in dat kerkje zitten en uiteindelijk dacht ik: hé, waarom zou ik hier niet een aantal Bowie liedjes opnemen? Dus dat heb ik gedaan. Gewoon één gitaar en mijn stem.”
Wat zijn nou je favoriete plaatsen of venues om op te treden?
“Een theater is natuurlijk een hele mooie omgeving, naast dat je er lekker flink kunt uitpakken, kan je ook wat verstilling en emotie brengen, zeker aan het einde van de tweede set als we reflecteren op zijn heengaan in 2016, dan kan je echt een spelt horen vallen. In de clubs spelen we twee uur aan één stuk, dan is het allemaal wat steviger, maken we er echt een feest van en spelen we ook wat zwaarder werk uit de jaren ’90. Elk type venue heeft zo zijn eigen kwaliteit en die afwisseling is heel erg leuk.
Je hebt opgetreden met BLØF en ook met de 3JS. Met welke andere artiesten van Nederlandse bodem zou je nog meer graag het podium willen delen?
“Ik vond BLØF toch echt wel een hoogtepunt, dat is misschien wel de beste band van Nederland. Dat was ook echt een eer om met hen het podium te mogen delen. 3JS vond ik ook fantastisch. Verder heb ik geen idee hoe ik het muzikaal zou invullen, maar ik vind Eefje de Visser ook echt te gek. Of Wende Snijders, die heeft rond Bowies heengaan Heroes gezongen bij De Wereld Draait Door. Maar er is één Bowie zanger, dat is Edgar Koelemeijer en die speelt een paar keer per jaar een Bowie sessie met een gelegenheidsband. Hij zet hem ook wel fantastisch neer. Het lijkt me stiekem heel leuk om een keer met hem twee Bowies op het podium neer te zetten en om daar iets mee te doen.”
"Ik kan niet gerust sterven
voordat ik iets met eigen muziek heb gedaan."
Je hebt lesgegeven in gitaar, mandoline en muziektheorie. Wat is nou de belangrijkste muzikale les die je aan je jongere zelf zou willen meegeven?
“Muziektheorie geef ik nog altijd één dag in de week aan Rock City in Eindhoven. Tegen mijn leerlingen daar zeg ik ook altijd: er zijn landen in de wereld waar je moet vechten voor je bestaan en om te overleven en waar je elke cent bijeen moet schrapen, maar je kunt in Nederland gewoon leven van de muziek. Maar van de ene op de andere dag kan de situatie veranderen, dus pak het nu, pak die kans, grijp het, ga aan de bak en maak muziek en wie weet kan het nog eens gek lopen. Dus laat het niet zitten. Go for it, het kan hier gewoon.”
Hoe zie je jezelf en je carrière over tien jaar?
“Oh dat is een hele lastige. Ik heb altijd eigenlijk een beetje met de dag geleefd. Maar ik kan niet gerust sterven voordat ik iets met eigen muziek heb gedaan. Dus komende zomer wil ik ook een beetje schrijven en kijken wat daar uitkomt. Ik denk dat het momentum er nu ook is om er iets mee te doen. Dat is denk ik ook wel een bucketlist dingetje; met mijn eigen band succes hebben met mijn eigen muziek. Maar uit Bowie haal ik ook zoveel voldoening. Het één sluit het ander niet uit.”