DANSEN DOOR HET DONKER MET ISABELLE BEERNAERT


Isabelle Beernaert (bekend van dansprogramma So You Think You Can Dance) wist al vanaf vierjarige leeftijd precies wat ze wilde in het leven. Ze wilde dansen. Ze voelde van binnen een levensvuur en begon aan een, niet altijd even makkelijke, weg naar de top in de danswereld. In haar choreografieën weet ze de kunst van het dagelijkse leven te grijpen, op een manier die schitterend en herkenbaar is. Wij zijn afgereisd naar België om haar meer te vragen over haar voorstelling La dame en noir, haar grootste bron van inspiratie en haar gedachten over de toekomst van dans in een technologisch evoluerende samenleving.

Dit interview liever kijken of luisteren? Klik dan op de podcast onder aan deze pagina!

Wil je me mee terugnemen naar het begin van je carrière, hoe waren die beginjaren voor jou?
Isabelle: “Dan gaan we heel ver terug. Ik heb een Zuiderse mama en een muzikale papa die jazzmuzikant en saxofonist is. Ik heb heel snel rond mijn 3e of 4e jaar de sparkle te pakken gekregen dat ik iets wilde gaan doen met dans. Dat je iets kon uitbeelden met je lichaam op muziek heeft mij warm gemaakt en prikkelde mij dusdanig dat ik op zesjarige leeftijd naar het conservatorium mocht gaan om ballet te doen. Ik werd toen ik acht was, toegelaten op de Koninklijke Balletschool van Antwerpen. Dat was destijds de hoogstaandste opleiding in België om een klassieke ballerina te worden. Ik heb Kortrijk, mijn familie en het warme nestje verlaten om in Antwerpen op het internaat te gaan zitten. Dat was best een dingetje. Ik had heel veel heimwee en huilde veel omdat je toch iedere avond zonder je ouders naar bed moest. Maar de passie voor dans was veel sterker dan het verdriet en de heimwee, dus ik ben doorgegaan. Rond mijn dertiende jaar besloot ik choreografe te worden omdat ik opmerkte dat ik niet alleen keek naar wat de mens deed op het podium, maar ook naar de lichtinval, de kostuums en het verhaal. Ik was veel meer bezig met het totaalconcept van een voorstelling en de scenografie.”

Je staat bekend om je vermogen het dagelijkse leven om te toveren in bijzondere choreografieën. Welke elementen uit het normale leven vormen een goede bron van inspiratie?
“De grootste bron van inspiratie, en dat is misschien cliché, is liefde. Passie en liefde is een terugkerend thema. Dat begon met liefde op individueel, relationeel vlak en dat is gegroeid tot de grootst mogelijke liefde: die voor de volledige kosmos en het universum. Maar wat doe je met je liefde en levensvuur en hoe gebruik je dat op deze planeet? Wat is romantische liefde? Wat is vriendschappelijke liefde? Of liefde voor de natuur? Hoe voel ik me daarbij en waarom doe ik dit? Ik denk dat je daar op allerlei manieren iets over kunt vertellen. Ook bij liedjes, films en boeken, draait en keert het uiteindelijk allemaal terug naar die ene bron, dat vuur, die liefde.”

"Ik dacht altijd dat dat uit mijn hart kwam,
maar mijn DNA was al aan het roepen."

In La dame en noir belicht je de kracht en de noodzaak van het zwart en dat alles daaruit voortvloeit. Kan je me daar meer over vertellen?
“La dame en noir gaat over de donkere moeder. Ik heb opgemerkt dat er vaak in mijn stukken sinds 2011 een zwartgeklede gedaante aanwezig was. Tot dan toe was het meer een stijlicoon want ik hou heel erg van dat sobere zwart tegenover een andere kleur, dat abstracte. In januari 2023 kreeg ik de diagnose borstkanker en werd ik stilgezet in een stiltepunt. En in het herzien van alles, op de rand tussen leven en dood, heb ik de tijd gehad om me af te vragen wie die donkere gedaante is. Dood zien wij ook als zwart en voor zwart zijn we bang. Waarom zijn we zo bang voor het zwart, donker en de nacht? Ik wist niet of ik nog lang mocht leven, dus ik werd echt geconfronteerd met dat zwart.

Ik ben nu aan het genezen en ik ben heel dankbaar. Je realiseert je wat je allemaal misschien gaat missen. Ik ben heel dankbaar dat ik hier nog iedere dag mag staan, zijn en creëren. Wat ik heb gezien, is dat ik uit het donker de keuze kreeg hoe ik mijn zaadje opnieuw kon voeden. Hoe ga ik mijn zaadje levensenergie opnieuw doen groeien op een positieve manier? Wat is mijn wijsheid? Wat heb ik geleerd in het leven en wat kan ik achterlaten? La dame en noir is nog maar het begin van de analyse op niet alleen mijn leven, maar ons collectieve leven.”

La dame en noir is een ode aan de mysteries van familiegeschiedenis en culturele verbinding. Waarom zijn die onderwerpen zo van belang voor jou?
“Vanaf kleins af aan dacht ik dat mijn moeder en ik Italiaans bloed hadden omdat mijn grootvader Italiaans was. Maar drie jaar geleden deden mijn moeder en haar zus een DNA-test en bleken zij halfzussen te zijn. De test was eigenlijk een soort grapje tussen twee zussen. De ene was namelijk blond met blauwe ogen en mijn mama is bruin met bruine ogen en een lekker bruin tintje. Mijn grootmoeder was blijkbaar zwanger van een buitenlandse militair uit het Franse legioen en dat was in 1947 not done. Mijn Italiaanse grootvader heeft haar dus getrouwd omdat mijn mama anders een bastaardkind geweest zou zijn. Mijn grootvader heeft mijn mama dus genomen als zijn dochter. Ik heb dus uiteindelijk geen Italiaans bloed, maar wel Iberisch en Noord-Afrikaans, naast mijn Franse en Belgische bloed. Maar sinds ik klein was, ben ik altijd aangetrokken geweest tot Spaanse cultuur. Dus als wij Spaanse dansen kregen op school was ik in vuur en vlam. Ik dacht altijd dat dat uit mijn eigen, artistieke hart kwam, maar mijn Iberische DNA was op die manier al aan het roepen.”

Al jouw performers hebben een eigen trom hebben gemaakt. Denk je dat dat ervoor zorgt dat zij meer in contact staan met hun instrument?
“Sowieso. Dat was een geschenkje dat ik wilde meegeven aan mijn dansers. Ik leef nogal in een mystieke wereld en met de trom kan ik mediteren, ik kan daar muziek mee spelen en mezelf tot rust brengen. Ik ga terug naar mijn eigen kleine zaadje en omdat ik ook met andere dansers werk, wilde ik die heritage een beetje meegeven. Een kennis heeft met alle dansers twee dagen lang een trom gemaakt en zo hebben ze een persoonlijke relatie met hun trom. Dat maakt het ook een beetje magisch.”

"Je mag nooit vergeten dat
de natuurwetten de krachtigste wetten zijn.
"

Wat hoop je dat het publiek meeneemt na het beleven van jouw voorstelling?
“Niet meer bang zijn voor het donker, niet bang zijn voor de schaduw, niet bang zijn voor het zwarte gat, want als je erin duikt, moet je loslaten en dan kan je kiezen om te zeggen: oké ik kom er weer uit met een nieuwe kleur. Dat zit ook in mijn voorstelling: welke kleur wil jij representeren op dit moment, in deze tijd van jouw leven? Uiteindelijk zitten alle kleur in het zwart, alles wordt ontloken, het zaadje komt uit de donkere aarde. Dus wees niet bang voor het donker en kijk welke kracht je uit je lijden of verdriet kan putten.”

Hoe zie je de toekomst van dans en choreografie voor je in het digitale tijdperk?
“In het begin heb ik met mijn eerste stukken wat van het digitale meegenomen. Ik projecteerde bijvoorbeeld beelden op de scenes. Door me te realiseren dat dans niet altijd voor iedereen zo toegankelijk is, heb ik eigenlijk de gewone mens en het gewone leven mee-geprojecteerd als een soort referentiekader. Nu zie ik dat je digitaal kunt schilderen; een danser beweegt en dan komt er een schilderij op de achterwand, er zijn allemaal heel originele ideeën. Ik denk dat we niet moeten bang zijn. Het is een heel normaal evolutief proces dat even een highlight zal hebben, maar je mag nooit vergeten dat de natuurwetten de krachtigste wetten zijn. Digitalisering mag, maar ik denk dat authenticiteit en oude wijsheid aan de basis ligt en dat gaat niet weg.”

Wie waren op dansgebied jouw grote voorbeelden?
“Sowieso Martha Graham, Maurice Béjart, Pina Bausch, Alvin Ailey en Jiri Kylian. En als jong meisje hield ik heel erg van Nacho Duato. Het zijn allemaal pioniers. Authentiek in wat zij doen. Ik zie ze als de moeders en vaders van mijn opvoeding als danser. Krachtige figuren met veel karakter.”

Je hebt choreografieën gemaakt voor tv-programma’s als So You Think You Can Dance. Wat is het grote verschil tussen choreografieën maken voor tv of voor theater?
“Bij SYTYCD is het heel compact. In twee minuten moet je iets laten zien waar je in een theater veel langer de tijd hebt om te vertellen. Ik had een duet gemaakt van Ne me quitte pas voor So You Think en een paar jaar later besloot ik dat dat mijn eerste avondvullende creatie zou worden. In dat duet zat zoveel meer dat ik wilde delen met het publiek. Ik vond het bij SYTYCD wel fantastisch om soms een liedje te krijgen die je als choreograaf niet snel zou gebruiken in het theater, maar die je wel op de radio hoort. Het was leuk om de Isabelle uit het gewone leven in symbiose te mogen brengen met de artiest, de kunstenares en die twee personen in een duetje te kunnen steken.”

"Het is door te doen en te ervaren
dat je uiteindelijk weet waarom je hier bent.
"

Welke dansstijlen lenen zich het beste voor de boodschappen die jij wil overbrengen? 
“Uiteindelijk heb ik gekozen voor moderne dans omdat dat een alles omvattende term is. Ik ben begonnen met klassiek ballet en heb op latere leeftijd de Graham techniek, Horton techniek, Limón techniek en modern jazz geleerd. In mijn studies heb ik ook Indiase, Spaanse en Afrikaanse dans gehad. En ik weet niet waarom, maar ik bedacht me dat als ik kon draaien op mijn tenen, dan kon ik ook draaien op mijn hoofd. Ik ben toen een beetje de Urban wereld ingetuimeld en ben gaan breakdancen. Wat waarom kan ik springen en draaien en hoe is dat in de omgekeerde richting? Het is een volledig andere body control. Die polariteiten zijn heel lang een zoektocht voor me geweest, totdat ik meer en meer bij mijn eigen stijl kwam. En dat noemen ze modern.”

Je hebt jezelf ook ontwikkeld op gebied van beeldende kunst, muziek, filosofie en kunstgeschiedenis. Welk van deze gebieden biedt de meest interessante mogelijkheden voor een interdisciplinaire samenwerking met dans?
“Mijn papa was muzikant, dus ik leerde sowieso noten lezen en pianospelen en ik koos ook nog voor de saxofoon. Maar ik ben vrij perfectionistisch van aard. Als ik iets doe, wil ik het goed doen. Je kan niet op niveau komen met één keer per week saxofoon spelen. Dus dat heb ik op moeten geven. Dat kon niet samengaan met de opleiding op de Koninklijke Balletschool en het maken van werkstukken. Maar muziek is sowieso het grootste onderdeel van mijn creaties, naast beeldende kunsten en stylisme, wat ik ook in mijn scenografie verwerk.”

Als je terugkijkt op je carrière, wat is het belangrijkste advies wat je je jongere zelf zou geven? 
“Als je een idee hebt of je hebt, of iets wat kriebelt in je buik of hart, zorg er dan op jouw manier voor dat het eruit kan. Vraag niet aan iemand de toelating om het te doen. Neem een andere route als je voelt dat je tegenwind krijgt, maar zorg ervoor dat dat vlammetje eruit komt. Of het nu op papier is of door middel boetseren of door te zingen… laat het daar niet doven. Ook al kan je niet tekenen, denk je dat je niet kan tekenen, toch tekenen. Ook al kan je niet zingen, denk je dat je niet kan zingen, toch zingen. Het is door te doen en te ervaren dat je uiteindelijk weet waarom je hier bent en als je het steeds weglegt omdat je denkt dat je niet goed genoeg bent, dan ontga je je levensmissie. Dan doof je je vlammetje en word je misschien heel erg ongelukkig. En als je ongelukkig bent, leef je niet tot je volle potentieel, dan kan je niet bloeien. Laat je door niemand stoppen. Niet wachten omdat je zogenaamd eerst de beste moet worden. Want wie bepaalt dat jij de beste bent? Dat bepaal je zelf. Je moet blijven staan voor wie je bent en vallen en opstaan hoort erbij, want daar leer je van.”

Meer weten? Beluister het complete gesprek via onze podcast Theater Praat op Spotify en YouTube! La dame en noir van Isabelle Beernaert is op donderdag 14 november 2024 te zien in Theater Lampegiet. Bestel nu je tickets.