EXCLUSIEF INTERVIEW: JAN DULLES
De 3JS nemen het publiek dit theaterseizoen mee op een denkbeeldige roadtrip langs alle grote muzieksteden van Amerika. Afgezien van de muziek trekt het land Amerika Jan Dulles (zanger van de 3JS) helemaal niet zo. Hij blijft liever in ons gezellige kikkerlandje, waar mensen elkaar kennen en elkaar in de zomer op de terrassen ontmoeten. Dat doen ze in Amerika niet. Waarom heeft Jan Dulles zo’n liefde voor de Nederlandse taal en wie van zijn Volendamse collega’s is eigenlijk zijn favoriet? Wij vroegen het hem!
Dit interview liever kijken of luisteren? Klik dan op de podcast onder aan deze pagina!
In 3JS in Amerika nemen jullie ons mee op reis door Amerika. Wat zijn voor jou de muzikaal meest veelzeggende locaties in de USA?
Jan Dulles: “Er zijn er best wel een aantal hoor, maar de steden die mij zelf het meeste aanspreken, zijn Memphis en New Orleans. Dat zijn ook steden waar ik ben geweest, heel lang geleden al. Toen ik twintig was, was ik al enorm fan van Elvis Presley. Toen heb ik een aantal vrienden overgehaald om een camperreis te maken door Amerika, zodat we die steden konden gaan bezoeken. Toen ben ik dus ook in Graceland geweest, het huis van Elvis. Maar zo zijn er in Amerika nog veel meer toonaangevende muzieksteden en met 3JS in Amerika gaan we die bezoeken op een denkbeeldige roadtrip.”
In 2022 hadden jullie negen dagen om het album Mooie Tijden op te nemen in Los Angeles. Hoe bereid je je voor op het opnameproces als je weet dat je tijd maar zo gelimiteerd is?
“Dat is een goede vraag, want de voorbereiding is essentieel. De mensen die die plaat in Los Angeles hebben ingespeeld zijn echt studiomuzikanten. Wat heel belangrijk is, is dat de nummers qua vorm, tekst en melodie helemaal af waren. Je moet precies weten wat je wil gaan opnemen en voor de rest moet je het over kunnen laten aan de studiomuzikanten. Die wij daar hadden, waren echt de crème de la crème van Amerika. Verder moet alles logistiek helemaal geregeld zijn, want je hebt geen uur te verliezen.”
Jullie sound werd daar Dutch Americana genoemd. Wat betekent die term voor jou?
“Wij houden altijd al van de Westcoast sound en dan ga je toch qua sounds, beats, drums en zang in die richting, tijdens het schrijven van de liedjes. Het is alleen wel allemaal Nederlandstalig. De band van het album kwam uit LA en wisten waar wij van houden. Zij hebben die sound al in zich. De muziek neigde daarom een beetje naar Westcoast country met Nederlandstalige teksten. Die term kwam dan ook van hen, Dutch Americana. Dat kunnen wij alleen maar als een groot compliment opvatten.”
"Als je een Nederlandse stad wil omtoveren
tot een Amerikaanse stad,
dan maak je hem voor mijn gevoel lelijker. "
Stel: je mag één Nederlandse stad omtoveren tot een American Town. Welke elementen mogen dan absoluut niet ontbreken?
“Ik moet eerlijk zeggen dat ik helemaal niet zo’n fan ben van Amerika als land. De Amerikaanse mentaliteit is helemaal niet zo mijn ding. Ik vind het juist beklemmend hoe de mensen daar leven en hoe ze elkaar in die grote steden bijna niet kennen. Als je een Nederlandse stad wil omtoveren tot een Amerikaanse stad, dan maak je hem voor mijn gevoel lelijker. Dus dat moeten we niet doen.”
Wat vind je zo waardevol aan op het toneel staan?
“Optreden, op het toneel staan, spelen voor publiek en het applaus ontvangen… dat is een soort verslaving. Je kan daar op een gegeven moment als artiest eigenlijk niet meer zonder. Dat hebben we ook gemerkt in de coronatijd. Voor die tijd vroegen we ons nog wel eens af: vinden we dit nou nog leuk? Totdat we het toen ineens twee jaar niet mochten doen, toen had ik na een halfjaar al zoiets van: oké, dit is dus ook niet wat ik wil, want nu ga ik het zo erg missen en wil ik weer mensen zien, optreden en ik wil weer applaus. Dat vind ik dus heel erg waardevol en daarom doen wij ook ieder jaar een theatertour.”
Als je nu plots een carrièreswitch moest maken, wat zou je dan gaan doen?
“Ik zal je eerlijk zeggen dat ik geen idee heb. Vroeger op de lagere en middelbare school wist ik niet wat ik wilde worden. Veel kinderen willen politieman of brandweer worden en ik had geen idee. Ik wist niet wat ik wilde, tot ik muziek ontdekte. Op mijn dertiende ging ik actief muziek verzamelen en vanaf toen wilde ik op het podium staan en zingen. Ik wist eigenlijk niet eens of ik het wel kon, maar al snel bleek ik het dus ook te kunnen. Dat was mazzel. Ik heb nooit een plan B gehad. Als ik hiermee zou stoppen, werd ik liedjesschrijver voor andere mensen. Dat heeft toch nog iets met muziek te maken.”
Je kan zingen, mondharmonica en pianospelen. Als je plots wakker mag worden met het talent een nieuw instrument te kunnen bespelen, welk instrument zou dit zijn?
“Dat zou dan toch de piano zijn. Ik kan een klein beetje pianospelen, ik kan akkoorden spelen. Als ik een blaadje met akkoorden heb van een liedje, dan kan ik ze spelen. Ik kan het niet al te goed en het moet ook niet op een hele dure piano zijn, dan bak ik er niks van. Ik kan mezelf begeleiden, maar ik kan niet op het podium pianospelen en juist dat zou ik wel heel graag willen.”
"Als we in het Nederlands over verlies of liefde zingen,
komt dat veel meer binnen
dan wanneer we in het Engels zingen."
Het is inmiddels al wel tien jaar geleden, maar jij speelde in 2014 Jezus in The Passion. Heeft het spelen van zo’n rol een impact gehad op de manier waarop je naar het verhaal van Jezus kijkt?
“Zeker. Het was in Groningen die keer, dat was een mooie tijd met prettige mensen. Het verhaal kende ik al heel goed omdat ik negen jaar daarvoor Jezus Christ Superstar had gespeeld in Volendam. Dat is natuurlijk hetzelfde verhaal, maar dan van een andere kant bekeken. Ik kende het verhaal dus al van binnen en buiten voordat ik aan The Passion mee mocht doen. Wat ik het mooie vind van The Passion, is dat de teksten die gesproken worden door Jezus en de apostelen allemaal letterlijk uit de Bijbel komen. Ik weet niet of de kijkers het ook doorhebben, maar die teksten zijn ieder jaar exact hetzelfde. Kan je nagaan hoe actueel die zijn, want die kan je gewoon uit dat boek van 2000 jaar oud neerleggen op een verhaal dat zich hier in deze tijd afspeelt. Dat vind ik mooi.”
Jullie hebben ook al vaker de handen ineengeslagen met veel van jullie Volendamse concullega’s. Met welke van hen werk je het allerliefst samen?
“Met Jan Smit. Het samenwerken met Jan Smit is leuk omdat Jan immer positief is. Hij is ook enorm commercieel en als hij iets ziet zitten, dan gaat hij daar voor 100% voor. Dat vind ik aanstekelijk, daar heb ik respect voor en daar neem ik graag een voorbeeld aan. Wij zijn nog wel eens terughoudend of bekijken dingen van een negatieve, dat heeft Jan Smit niet. Hij doet het gewoon en als het mislukt, geen probleem, dan gaat hij gewoon weer verder met wat anders.”
Jullie maken zowel Engelstalige als Nederlandstalige muziek. Is er een taal waarin jij je het beste kan uitdrukken?
“In het Nederlands. Het is wel zo dat Engels makkelijker zingt. De Nederlandse taal is soms best moeilijk. Niet iedereen kan goed Nederlandstalig zingen. Maar wij denken in het Nederlands, dus kunnen we onszelf sowieso het beste uitdrukken in het Nederlands. Mensen zeggen heel vaak dat we in het Engels moeten gaan zingen en moeten stoppen met Nederlandstalige muziek. Ik snap die reacties wel, maar als we dan hier bijvoorbeeld een theatershow hebben en in het Nederlands een nummer over verlies of liefde zingen, dan komt dat veel meer binnen bij mensen dan wanneer we een Engelstalig lied zingen. We zijn geen Engelse mensen. Het publiek niet en wij ook niet.”
Jullie hebben net een tour gehad met het Red Limo strijkerskwartet. Hoe zorgen jullie ervoor dat het straks zonder strijkers net zo “aangekleed” voelt?
“We hebben natuurlijk altijd een violist ook in de band, dus één viool is er altijd al bij. Maar bij die tour werden alle liedjes op een heel bijzondere manier opnieuw aangekleed. En juist die speciale aankleding was wat die tour zo bijzonder maakt. Wat we dit jaar doen, is denkbeeldig naar allemaal muzieksteden gaan, waar we per stad één of twee van de belangrijkste artiesten uitpikken om iets over te vertellen. Daarvan kiezen we ook nog eens nummers uit die voor onze band het beste te spelen zijn. Wat mensen dan vooral gaan horen, zijn liedjes van bekende zangers. Dat moeten geen speciale versies worden, die liedjes moeten juist herkenbaar zijn.”
"Op weg naar huis denk ik ook:
wat ben ik toch blij dat ik dit mag doen."
Tijdens 3JS in Amerika spelen jullie songs van Amerikaanse artiesten. Met welke Amerikaanse artiest, levend of dood, zou je willen samenwerken?
“Frank Sinatra. Omdat dat één van de artiesten is waar ik het meest naar heb geluisterd in de afgelopen 30 jaar. Dat is ook een muziekstijl die ik altijd fijn vind. Sinatra werd ook niet voor niks The Voice genoemd, hij is één van de beste zangers aller tijden. Als het mogelijk was, zou ik graag met hem een duet willen zingen.”
Hoe is de sfeer meestal bij je voorstellingen?
“Dat is natuurlijk bij iedere tour anders. Wij hebben bijvoorbeeld een U2 tribute tour gedaan, daar komt ander publiek op af dan op onze vorige show. De laatste, met het Red Limo, werd door het publiek enorm goed ontvangen. Wanneer je zo’n show in elkaar zet, vraag je je toch af hoe mensen erop gaan reageren. Gaan ze dit mooi vinden? Maar de reacties waren zo ongelooflijk positief. Heel veel mensen zeiden dat het de mooiste show was die ze ooit van ons hadden gezien. Op weg naar huis na sommige shows denk ik ook: wat ben ik toch blij dat ik dit mag doen.”
Welk nummer is echt jouw all-time favorite?
“Dat is een vraag waar ik standaard op zeg dat ik daar geen antwoord op geef. Dat verschilt niet alleen per dag, maar dat verschilt ook per fase van je leven. Nu zou ik kiezen voor een nummer van Frank Sinatra. I've Got You Under My Skin. Ja. Dat nummer wordt met een heel orkest gespeeld. Als je daarnaar luistert, hoor je van alles gebeuren. Alleen dat al zorgt ervoor dat je er altijd naar kan blijven luisteren, want je hoort altijd nieuwe dingen.”